Gelegen in de bossen aan de rand van de Zuid-Veluwezoom in Wageningen vindt u Hotel Restaurant Nol in ’t Bosch. Al meer dan 175 jaar is het hotel een populaire bestemming voor vakantiegangers en zakenmensen. Het ontstaan gaat terug naar 1836. In dat jaar begon boswachter Arnoldus Gerritsen aan de oostzijde van de Hartenseweg, toen nog een zandweg, een herberg. In de volksmond werd dit onderkomen al snel ‘Nol in ’t Bosch’ genoemd.
In de jaren daarna steeg de populariteit van Nol in ’t Bosch. Door extra grond te kopen, breidde Arnoldus de locatie in Wageningen uit. In 1877 droeg hij de herberg over aan zijn schoonzoon, die Nol in ’t Bosch uitbouwde tot een hotel pension met een speeltuin, tennisbaan en later zelfs een manege.
De ligging van het hotel was fenomenaal, maar de bossen hadden ook een keerzijde: de Veluwezoom was niet optimaal bereikbaar voor vakantiegangers. Door de aanleg van de tramlijn Ede-Wageningen in 1882 en de Oosterstoomtram in 1885 kwam hier echter verandering in. Het hotel profiteerde van de betere verbinding tussen de Veluwezoom en de openbare weg. Tot op de dag van vandaag is de bosrijke omgeving van belangrijke waarde voor Nol in ’t Bosch.
Behalve vakantiegangers wisten ook de Oranjes het hotel goed te vinden. Prinses Beatrix was regelmatig te gast wanneer ze deelnam aan paardrijwedstrijden. Herinneringen aan deze gebeurtenissen zijn te vinden in de hal van het hotel. Vandaag de dag is Hotel Restaurant Nol in ’t Bosch nog steeds in handen van dezelfde familie en is daarmee met recht een familiehotel te noemen.
